Adventslied

Advent, dat is verwachten
en op de uitkijk staan.
Het is gespannen wachten:
komt Hij er bijna aan?
Advent is zien en horen,
is door de wereld gaan
met open oog en oren,
is tekenen verstaan.

Advent is wakend wachten,
de hondenwacht gelijk.
Wie schamper daarom lachen,
die zet God straks te kijk.
Advent, dat is stug werken,
al lijkt het tevergeefs.
Eens zullen we het merken:
’t is niet voor niets geweest.

Advent is samen zingen
tegen de klippen op.
Maar eens gaan alle dingen
volledig op hun kop.
Dan gaat de hemel open,
komt God in heerlijkheid.
Waarop wij nu nog hopen,
wordt dan realiteit.

Advent, dat is nog huilen
om pijn en om gemis,
is zoeken om te schuilen,
naar wie de tranen wist.
Advent is zeker weten:
de Heer ziet naar ons om.
Hij zal ons niet vergeten.
Kom spoedig, Jezus. Kom!
(Mel.: LB 713)

Laat een reactie achter