Ik sla mijn ogen op en zie
de witte wolken aan.
Komt Jezus er al aan?
Is al een glimp te zien misschien
van ‘t land van heil en vrede
waarom zo wordt gebeden?
Hoe kwetsbaar, Heer, is mijn bestaan,
vergankelijk en fragiel,
gebroken en labiel.
Maar U biedt mij verlossing aan,
hebt mij weer hoop gegeven:
uitzicht op eeuwig leven.
Ik weet dat U verschijnen zult,
maar ach, het duurt zo’n tijd
en wachten kost best strijd.
Behoed mij dan voor ongeduld.
Heer, kom mij toch bevrijden.
Heer, kom mij toch verblijden.
Ik sla mijn ogen op en zie:
de mensen vieren feest
met Vader, Zoon en Geest,
voor altijd vrede en harmonie.
Ik hoef niet meer te treuren:
straks staat dit te gebeuren.
(Mel. Psalm 121)