Troostlied

Bij Jesaja 40

God liet ons zwaar voor onze zonden lijden.
Wij hadden kwaad gedaan; daarvoor zijn wij gestraft.
We waren ver van huis; het voelde als het graf.
Was God nog wel van plan ons te bevrijden?

Maar toen was er opeens een stem te horen:
“Troost, troost mijn volk! Zeg hun: het lijden is voorbij.
Want ik, de Heer, verlos hen uit de slavernij.”
Het was alsof wij weer werden geboren.

Weer klonk een stem: ‘’Vergankelijk is het leven.
Het is een ademtocht. Geen toekomst in ‘t verschiet.
Als een verlepte bloem, als gras gaat het teniet.
Maar eeuwig blijft het woord, door God gegeven.”

God komt met macht en doet zijn grootheid blijken.
Hij schiep de woeste zee, maakte het droge land.
De wilde dieren buigen, eten uit zijn hand.
Met wie zou Hij ooit zijn te vergelijken?

En toch is Hij ons heel dichtbij gekomen.
Hij leidt met zachte hand ons door de diepte heen.
Hij draagt ons in zijn schoot, laat ons niet meer alleen.
Ons aller kwaad heeft Hij op zich genomen.

Wij zijn op weg, langs bergen en door dalen.
Wij hopen op de Heer en worden moe noch mat.
Hij wijst het smalle pad naar de beloofde stad.

Ik bid, U, Heer: voorkom dat wij gaan dwalen.

Laat een reactie achter